Mag het een pontje meer zijn?

Ik krijg zo nu en dan de vraag of we wel eens met minder leuke (lees: afgunstige) reacties te maken krijgen als blije MX-5 rijders. Wel, laat me jullie dan eens een mooi verhaal vertellen wat zich afgelopen zondag tijdens de “Pontje tot Pontje” rit van de MX-5 club heeft afgespeeld.
Zoals de naam al doet vermoeden passeren wij gedurende de dagtocht een aantal veerpontjes. Je zult begrijpen dat dit een flinke rij wachtende MX-5jes heeft opgeleverd omdat ze nooit in één keer op de pont passen. Ik rij als laatste auto de tweede veerpont op en achter mij blijft net niet genoeg ruimte over om er nog één toe te laten. Rechts van ons staat een echtpaar op leeftijd met hun fietsen. De dame in kwestie heeft een nogal norse en ontevreden uitdrukking onder haar roze hoofddoekje (die later overigens werd opgeëist door het jaar 1966, maar dat terzijde). Ze heeft werkelijk geen goed woord over voor onze colonne en dat laat ze merken ook. “Als die laatste auto nou eens wat naar voren gaat, past er makkelijk nog eentje bij. Maar nee dat ruimtelijk inzicht hebben ze blijkbaar niet”, klaagt ze tegen haar man, opzettelijk net hard genoeg zodat we het allemaal goed kunnen horen. “Ik weet niet of u het ziet mevrouw”, zeg ik nog enigszins kalm, “Maar de auto voor mij heeft een trekhaak. Die wil ik niet binnen hebben!” Ze kijkt me aan en zegt “Dat zal allemaal best. Maar de voorste heeft nog minstens anderhalve meter ruimte dus jullie kunnen makkelijk naar voren.” Ze heeft het nog niet gezegd of de beheerder van de veerpont vraagt aan de voorste auto of hij nog even wat naar voren kan. We schuiven vervolgens allemaal netjes aan, en er past inderdaad nog net één MX-5je bij. Maar hiermee is de kous nog niet af voor onze kersverse akela. In niet te missen woorden zegt ze tegen haar man: “Eigenlijk best triest he, dat je jezelf zo’n auto kunt veroorloven maar dat je er dan niet mee kunt rijden!” Het sarcasme druipt er bijna hoorbaar vanaf. De irritatie kruipt langs mijn ruggengraat omhoog en tilt mijn nekharen stijf overeind. Ik kan het niet laten, draai me om en roep nijdig “Gaat u lekker daar mevrouw?” “Oh ja hoor, helemaal! Ik amuseer me kostelijk hier!” luidt het antwoord.
Eenmaal aan de overkant rijden we van de pont af en wachten we aan de rechterkant in de berm omdat onze makkers aan de overkant zijn achtergebleven i.v.m. plaatsgebrek. In mijn buitenspiegel zie ik de roze draak naderen op de fiets en ik moet echt vreselijk mijn best doen om de neiging te onderdrukken spontaan mijn linker portier open te duwen wanneer ze langsrijdt. Maar ik hou me net op tijd in. Denkend aan de gevolgen voor het portier van mijn geliefde bolide en de rekening van de spuiterij. Ik troost mezelf met de gedachte dat zij waarschijnlijk een heel goed excuus heeft voor haar gedrag en beeld me in dat zij mogelijk zo’n 20 jaar geleden haar man heeft verloren aan een uit de hand gelopen midlifecrisis met ongetwijfeld een mooie MX-5 en een jongere blonde bimbo in de hoofdrol. Om vervolgens onze mooie route met een glimlach te vervolgen.