Een zaterdag in Maastricht. Slenteren, terras, winkelen, kerstmarkt, sfeer. En vooral.. Romantiek. Het is zo’n half uur voor sluitingstijd als we teruglopen naar de parkeergarage maar blijven onwillekeurig steken bij de etalage van een sjieke juwelier. “Tweede trouwring gratis!” prijkt er trots op de ruit. “Wat kosten ringen eigenlijk?” vraag ik in al mijn onwetendheid. Ik ben tenslotte geen ervaringsdeskundige op dat gebied. “Manlief” weet raad. “Kom, laten we gek doen en het gewoon eens vragen”. In al onze onschuldigheid lopen we de zaak binnen en bewonderen een vitrine met fraaie setjes. Een jonge hoog geblondeerde verkoopster komt op ons af en vraagt wat we zoeken. “Tja..” zegt ze vertwijfeld. “U zoekt dus een soort vriendschapsringen? Nee sorry, daar kan ik u niet aan helpen. Al onze trouwringen zijn setjes voor mannen en vrouwen”. Ineens voel ik mij ongemakkelijk en loop richting uitgang. Eenmaal buiten hoor ik naast mij iemand zuchten. “Voelde jij je ook zo opgelaten?” vraag ik. Ik krijg een bevestigend knikje. We zijn zojuist met onze neus op de feiten gedrukt dat we toch niet helemaal in het standaard maatschappelijke plaatje passen.
Niet veel later passeren we een leuke boetiek met uitsluitend modeaccessoires voor de hippe man. Horloges, riemen, armbanden en ringen, alles blinkend uitgestald in de etalage. Hier zouden we weleens kunnen vinden wat we zoeken. We worden vriendelijk begroet door een erg jong en hip menneke, hooguit een jaar of 18. Grote blonde kuif, strakke jeans met heel veel rafelige gaten en hippe sneakers. Z’n collega die de voorraad aan het bijvullen is heeft een spitsig muizensmoeltje en een paardenstaartje. Maar hij lacht en groet ons vriendelijk. We staren naar een vitrine met stoere ringen voor mannen. Wat we zien bevalt ons wel. Je kiest een basis, en ringen met diverse patronen zorgen ervoor dat je zelf je ideale sieraad kunt samenstellen. En de prijs is ook nog eens heel redelijk. “Welke maat heb jij eigenlijk?” vraagt m’n tweede helft. “Geen idee” zeg ik “Ik heb nog nooit een ring gedragen”. Kuifje heeft ons gehoord en snelt te hulp met een doos basisringen in diverse maten. M’n maatje heeft een “20” nodig zo blijkt al gauw. “U heeft wel een iets grotere nodig” zegt Kuifje tegen mij “Uw vingers zijn wel wat dikker” en schuift zonder morren een “22” om mijn vinger. “Hm.. het lijkt wel of ie iets te los zit” zeg ik met enige twijfel. “Pak anders even een 21,5 uit de vrouwenlade, die hebben halve maten” stelt Muisje aan zijn collega voor. Maar aan mijn gezicht is blijkbaar al af te lezen dat dit idee mij helemaal niet aanstaat. “Tja.. u zou een 21 kunnen proberen” zegt Kuifje en ik krijg een ander exemplaar aangereikt. Deze schuif ik met veel meer moeite om mijn vinger, maar het lukt nog wel. “Hoe zit deze?” vraagt Kuifje. “Wel goed, maar toch wel net iets oncomfortabel” zeg ik, en wil vervolgens de ring van mijn vinger halen. Maar dan gebeurt waar ik eigenlijk al bang voor was. De ring wijkt voor geen millimeter. Hij zit muurvast. Ik ruk en trek aan het ellendige ding, maar tevergeefs. Intussen voel ik de vlekken in mijn nek opkomen en ik begin te zweten. Nee hè, laat het niet waar zijn. In gedachten heb ik al visioenen van een grote knipschaar en een vette rekening voor een kapotte ring. Maar Kuifje weet raad. “Ik haal wel een beetje zeep. Dit gebeurt wel vaker”. Terwijl hij naar achteren loopt doe ik nog een paar wanhopige pogingen maar helaas, het klereding weet van geen wijken. Kuifje komt terug met een zeeppompje en handdoekje uit de keuken. Hij kijkt me lachend aan, pakt voorzichtig mijn hand vast en begint mijn beknelde vinger in te smeren met handzeep. En niet onverdienstelijk, want zo jong als hij is weet hij heel behendig m’n ronde knellende vijand van mijn vinger te krijgen. Vervolgens krijg ik het handdoekje aangereikt. “Hier heeft u een handdoekje, dan kunt u hem even afvegen”. Ik moet blozen en lachen tegelijk. Het is niet elke dag dat een jonge hippe vent zoiets tegen me zegt tenslotte.
Het hele gebeuren is met interesse gadegeslagen door een wat oudere hipster en een verzorgde rijpere dame die achter de toonbank bij de kassa staan. Ze vertoont een verbazingwekkende gelijkenis met Patricia Paay en aan de manier waarop ze met Hippie communiceert doet ons vermoeden dat hij niet zomaar een collega is. “Deze twee doen dan maar? Wilt u ze samen of apart inpakken, of doen jullie ze meteen om?” Deze man snapt ons. “Nee pak maar in. Apart graag. Het is voor Kerst” zeg ik. “Oh dan zal ik even een stickertje met een voorletter erop plakken zodat jullie weten welke van wie is” en hij graait naar een stickervel. “Welke letter kan ik erop zetten?” vraagt hij geïnteresseerd. “Doe maar de K van Klein en de G van Groot. Alleen voorletters heeft in ons geval niet zoveel zin” antwoord ik met een knipoog. Patries vindt het allemaal heel hilarisch. Ze vindt ons wel grappig blijkbaar. “Tja het is altijd raak met die dingen” zegt Hippie tijdens het inpakken “Je denkt altijd dat je toch wel een kleinere past”. “Nou inderdaad” zeg ik droog “Dat heb ik nou ook altijd als ik kleding koop, dan pas ik ook eerst een L”. Patries moet nu nog harder lachen. “Oooh hou op” kirt ze “Ik moet al de hele tijd naar de WC maar nu ga ik echt hoor, ik hou het nu niet meer”. Om vervolgens de trap naar de kelder af te rennen.
Bij de uitgang nemen we afscheid van Kuifje en Muisje. En ik bedank ze voor de reddingsactie. Eenmaal buiten beseffen we wat we nu eigenlijk aangeschaft hebben. Het mag dan rond het vriespunt zijn, maar vanbinnen voelt het aangenaam warm. “Nou, dat was wel even lachen daarbinnen hè?” hoor ik naast me. “Klopt schat.. als een zwerende vinger”.
Om door een ringetje te halen!
Beantwoorden