De pest aan hysterie

Als er één ding is wat ik afgelopen week maar weer eens heb geleerd is dat wij als Nederlanders kampioen in massahysterie zijn. Hoera, we winnen het Songfestival en het hele land verkeert direct in totale euforie. Natuurlijk mogen we trots zijn op een vent als Duncan. Hij heeft het gewoon goed gedaan. Vocaal stak hij met kop en schouders boven de concurrenten uit en zijn performance was perfect. Een terechte winnaar dus. Maar voor hem zal nu niets meer hetzelfde zijn, van de ene op de andere dag is hij publiek bezit: “onze Duncan”. En dat is nou juist het kromme, dat is namelijk niet altijd zo geweest. Want Duncan werd vroeger gepest, en niet zo’n beetje ook. Inmiddels is dat verhaal wel een beetje uitgemolken. Er gaat geen interview of talkshow voorbij waar ze hem die historie wel even onder z’n neus duwen. Inclusief die onflatteuze foto van het jochie van weleer. Onzeker over wie of wat hij was, compleet met brilletje, sproeten en nog net iets teveel puppyvet. Maar Duncan kwam, zag en overwon. En steekt nu een dikke vinger op naar al die pesters van toen. En dat vinden wij allemaal weer een geweldig verhaal. We houden van de underdog en da’s weer prima voer voor de juichende massa.
Deze jongen die vroeger zo fijn werd getreiterd krijgt nu in diezelfde woonplaats een huldiging. Al die mensen “die hem nog kennen van vroeger” staan dan ongetwijfeld wapperend met vlaggetjes op straat naar Duncan te zwaaien alsof ze de verloren zoon binnenhalen. Ik vraag me af wat er op zo’n moment in het hoofd van die jongen om zal gaan. Als hij onverhoopt in die massa oog in oog komt te staan met één of meer van zijn vroegere pesters. Die hem nu ineens wel zien staan omdat ie zo’n lekker moppie kan zingen. Zou hij dan uit gewoonte nog steeds het angstzweet krijgen of zal hij ze triomfantelijk recht in de ogen kunnen kijken en in gedachten dat vlaggetje ergens planten waar geen licht komt? Ik hoop van harte het laatste.
Maar niet iedereen kan goed zingen. En pesten is ook de wereld nog niet uit. Nog lang niet. Op school, op het werk, het gebeurt nog veel te veel. Want in Nederland zijn we niet alleen kampioen massahysterie, we zijn ook gek op het massaal delen van onze mening en schromen er niet voor om mensen verbaal of digitaal finaal de grond in te trappen. Kijk maar naar de reacties op het optreden van Madonna afgelopen zaterdag (sorry, slecht voorbeeld, want dat was gewoon ruk). Maar mensen, kijk uit wie je te grazen neemt! Dat jongetje met die beugel die iets teveel met z’n neus in de boeken zit en daarom overal wordt uitgesloten? Dat is later misschien wel de cardioloog die je leven redt met een dotterbehandeling. Of dat ventje met die puistenkop die de hele dag met z’n tablet bezig is, en daarom elke dag wordt opgewacht in het fietsenhok? Dat is wellicht degene die later onmisbaar voor je is, als jij zelf een flitsende ondernemer bent maar totaal geen idee hebt hoe je je website moet bouwen. En dat stille meisje met die sproetjes en vlechtjes, die wordt uitgelachen omdat ze niet zo snel kan meekomen met de rest? Dat is straks misschien die zorgzame jonge vrouw die jouw oude moedertje liefdevol verzorgt en helpt in de laatst fase van haar leven. Allemaal mensen net als Duncan. Zingen kunnen ze niet, maar wel met fantastische talenten waar je echter nooit iemand voor zal horen juichen. Het wordt tijd dat we eens gaan omdenken. En net zo massaal mensen gaan bejubelen om hun talenten, in plaats van alleen maar de aandacht te vestigen op hun tekortkomingen. Als dat ooit zou lukken, dan is pesten volgens Wikipedia niet meer dan een kaartspelletje van vroeger.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.